Skip to main content

School voor kinderen met een beperking

School for disabled children

Kinderen met een lichamelijke of verstandelijke beperking krijgen in Gambia nauwelijks onderwijs omdat:

  • de kinderen een last zijn voor de familie en vaak  buitengesloten worden;
  • er geen speciale scholen in de buurt zijn;
  • er geen vervoer is om de kinderen naar school te brengen;
  • er geen geld is om deze kinderen te helpen.

In 2017 heeft de Stichting in Jiboro een school voor deze kinderen geopend. In eerste instantie zijn we begonnen met een groep dove kinderen en een kleinere groep kinderen met een verstandelijke beperking. Behalve ‘gewoon’ onderwijs leren ze gebarentaal. Ook krijgen ze de mogelijkheid om een skill (beroep) te leren. Doel is om de kinderen weerbaarder te maken in de maatschappij en dat ze meer zelfvertrouwen te krijgen.

Informatie per onderwerp

Hoe het begon

In januari 2013 nam Anita Goumans contact op met de toenmalige voorzitter van onze stichting Care Foundation The Gambia (CFTG), Ineke de Rijk. Zij wilde weten of er een project was dat zij kon indienen bij SOS Meerlo- Wanssum. Op het wensenlijstje van de stichting CFTG stond al heel lang het realiseren van een school voor kinderen met een beperking  in Jiboro. Anita Goumans heeft samen met haar zoon Frans de presentatie gehouden en de vrijwilligers van SOS-Meerlo Wanssum hebben uit 3 projecten voor het project “School voor kinderen met een beperking in Jiboro” gekozen. De daarna komende drie jaar gaat de SOS- Meerlo Wanssum zich inzetten om in Jiboro de school te realiseren en in te richten, alsmede de opleiding voor de speciale leerkrachten te financieren. Wat een geweldig nieuws!

SOS Meerlo-Wanssum

SOS Meerlo-Wanssum is een vrijwilligersorganisatie die in 1993 is opgericht in de voormalige gemeente Meerlo-Wanssum. Hulp aan de Derde Wereld, millenniumdoelen, mondiaal bewustzijn, SOS Meerlo-Wanssum geeft er praktisch vorm aan met als doel om dichtbij huis mensen bewust te maken van de uitdagingen rond ontwikkelingssamenwerking. Elke drie jaar adopteert SOS Meerlo-Wanssum een concreet project om dit goede doel kracht bij te zetten. Het project heeft altijd een binding met inwoners van de dorpen van de voormalige gemeente Meerlo-Wanssum: Meerlo, Wanssum, Blitterswijck, Tienray, Swolgen en Geijsteren.
De drie jaren daarna werden in de zes kerkdorpen van de voormalige gemeente Meerlo-Wanssum allerlei acties gehouden op scholen en bij verenigingen om het project school voor kinderen met een beperking in Jiboro onder de aandacht te brengen.
Tegelijk doet SOS veel aan bewustwordingsactiviteiten op scholen en bij verenigingen in hun eigen gemeenschap. Ook worden activiteiten opgezet en ondersteund om mensen in beweging te krijgen voor de medemens die het niet zo getroffen hebben als wij. De organisatie telt ruim dertig vrijwilligers.

Familie Goumans-Coenders

Het schoolproject is met groot enthousiasme en bevlogenheid aangedragen door de familie Goumans-Coenders uit Meerlo. De onderstaande foto’s zijn genomen tijdens de officiële opening van de school in maart 2017.

Onze visie

In Gambia hebben kinderen met een beperking weinig kansen. Ze krijgen geen onderwijs en vinden later moeilijk een baan. Dat betekent dat ze altijd afhankelijk zullen blijven van anderen.

Wij willen deze kinderen een veilige omgeving bieden waar ze leren wat hun krachten en hun kansen zijn. Dat begint al met het aanleren van de gewone regels. Hoe gedraag ik me binnen een gezelschap, hoe gaan we met elkaar om, hoe kunnen we elkaar helpen? De meeste ouders vinden het lastig om met hun kind met een beperking om te gaan. En ze krijgen daarbij niet alle hulp die ze nodig hebben. Daardoor worden deze kinderen niet altijd op de juiste manier opgevoed. Dat zie je terug in hun gedrag. Ze kunnen problemen niet met woorden oplossen dus slaan ze elkaar.

Met onze school willen we de omgeving  laten zien dat deze kinderen zich wel degelijk kunnen gedragen en dat ze meer kunnen dan men denkt. Als men doof is dan betekent dat niet dat je dom bent. En als je een verstandelijke beperking hebt dan betekent dat niet dat je helemaal niets kunt.

Ons doel is om de kinderen naar een beroep te helpen. Iets kunnen doen waar je goed in bent en wat je leuk vindt. Iets waarmee je je eigen geld kunt verdienen waardoor je niet meer afhankelijk hoeft te zijn van anderen.

Onderwijs in de praktijk

In Gambia is nog niet veel kennis over het onderwijs aan dove kinderen en kinderen met een verstandelijke beperking. Ook hier gaat men ervan uit dat je zo snel mogelijk het alfabet en de getallen tot en met 20 moet kennen. Bij doven dan niet in woorden maar in gebaren. Maar hoe weet een doof kind waarom hij dat leert? De leraar kan dat niet uitleggen. Wat doe je met al die letters? Dat was voor Mirjam Abbes de reden om de leerlingen het eerste jaar alleen maar gebaren te leren.

Daarnaast hebben deze leerlingen een gedragsproblematiek. Veel ouders weten niet dat hun kind doof is en wijten het aan ongehoorzaamheid. En kinderen kunnen alleen maar reageren met negatief gedrag en van zich af slaan. Dat was reden om de leerlingen heel veel te laten spelen. Dan leer je samenwerken, delen, elkaar helpen, een keuze maken (wat ga ik vandaag doen?), opruimen en zorgen dat spullen niet stuk gaan.

Wij hebben geluk dat we veel materialen vanuit Nederland gekregen hebben. Veel speelgoed, duurzaam leermateriaal, laptops, rekendozen, loco en noem maar op. Door het grote leeftijds- en niveauverschil kunnen de leraren niet klassikaal lesgeven. Maar met zoveel materiaal kan elke leerling nu op zijn eigen niveau zelf aan de slag. Vooral de laptops met daarop verschillende lesprogramma’s  zijn ideaal. Ze kunnen bij voorbeeld zelf door een document met 200 plaatjes gaan en bij elk plaatje het goede gebaar maken. Leerlingen die nieuw zijn worden gekoppeld aan een oudere leerling en leert de gebaren zo razend snel waarbij de leraar weer anderen kan helpen.

Maar het blijft ook een uitdaging om les te geven met de lokale middelen. Zo is de jaarlijkse les rekenen met pinda’s erg geliefd. En schelpen tellen in gebarentaal is ook leuk.

Mirjam komt uit het onderwijs en is een gedeelte van het jaar in Gambia. Haar taken liggen vooral op deze school. De leraren helpen en adviseren. Want het is geen gemakkelijke baan als je zoveel verschillende leerlingen verdeeld over twee klassen hebt. Zij vraagt de leraren regelmatig: Waarom doe je dit? Of: waarom doe je het zo? Het gaat er om dat je je bewust bent van wat je doet en wat je wilt bereiken. En daarin zijn de leraren enorm geslaagd.

Leraren

Bakary Fatty

Bakary Fatty woont in Brikama en reist elke dag met het lokale vervoer naar Jiboro. Hij is de hoofdleraar van de school voor kinderen met een beperking. Daarvoor was hij al een leraar in het reguliere onderwijs. Hij heeft op de St. Johns, een grote dovenschool een aanvullende opleiding gedaan. Daar heeft Mirjam Abbes hem in 2013 voor het eerst ontmoet. Samen hebben ze besproken hoe de school er uit zou komen te zien.

Bakary is een hele geduldige leraar met hart voor de leerling. Is er een schoen kapot van een leerling dan is Bakary verdwenen naar de schoenmaker, is het geld van een leerling verloren voor wat lekkers in de pauze dan wordt dat betaald uit eigen zak en is een leerling ziek dan gaat Bakary ermee naar het ziekenhuis.

De baan die Bakary heeft is niet gemakkelijk. Hij begon in 2016 met leerlingen in de leeftijd tussen de 4 en de 30 jaar. En daar zaten toen ook drie leerlingen met een verstandelijke beperking tussen. Wij hebben samen onze weg daarin moeten vinden.

De samenwerking verloopt goed. Dat komt omdat er wederzijds vertrouwen is. Het werkt niet om te zeggen: dit moet zo, of dit is niet goed. Maar meer: hoe kunnen we dit oplossen, wat vind je van…? Leren van elkaar is daarbij belangrijk. Mirjam is gewend om dingen met humor op te lossen.  Helaas begrijpen veel Gambianen haar humor meestal niet. Maar Bakary is na 7 jaar gelukkig wel zo ver dat hij zegt: “Dat was zeker een grapje?”

David Camara

David Camara woont in Jiboro. Hij komt vanuit een andere baan. In 2011 kreeg hij een ongeluk, kwam in een rolstoel terecht en kon zijn werk niet meer doen. In 2017 hebben we hem aan ons team toegevoegd. En dat is een hele goede keuze geweest. Aan de ene kant heeft iemand die intelligent en nog jong is, iets voor anderen kan betekenen en een boegbeeld is voor kinderen met een beperking een baan. En aan de andere kant heeft de school er een extra gemotiveerde kracht bij. En dat was hard nodig. De groep kon toen in tweeën gesplitst worden.

David geeft les aan de jongere kinderen. Hij leert ze gebarentaal, tellen, rekenen en het alfabet. En ze kunnen bij hem in de klas heerlijk spelen. Ze zijn gek op hun leraar. Ze zoeken hem zelfs thuis op.

Mirjam Abbes en David hebben als Mirjam in Nederland is veel app-contact. Als er dan iets te regelen valt is hij degene die dat op zich neemt.

Gibby Conteh

Gibby Conteh woont in Jiboro en is de timmerman van het dorp. Eind 2018 werd het skillcenter van de school voor houtbewerking geopend. We zochten een timmerman die les kon geven, bereid was gebarentaal te leren en met kinderen met een verstandelijke beperking kon omgaan. En dat kan Gibby! Hij is rustig en weet de kinderen te temmen als ze met het gereedschap rondlopen. Gibby is kort van stof, dus Mirjam Abbes was erg blij toen hij na een paar weken zei: “dit is leuk!”

Skillcenter

Toen de school een jaar draaide, kwam bij Mirjam Abbes de vraag op: wat gaan deze leerlingen doen als ze eenmaal klaar zijn bij ons? Is er werk voor ze? Wat kunnen ze voor werk doen? Wil iemand doof personeel aannemen? Wat voor kansen hebben de kinderen met een verstandelijke beperking?

Zo is het idee van het skillcenter geboren. En al snel diende zich een sponsor aan.

Nu een paar jaar later hebben we verschillende skills:

De houtbewerkingsklas

Hier wordt geleerd om meubels te maken en te repareren. Ondertussen zijn er bankjes, een kast en een bed gemaakt. De klas bevindt zich in één van onze lokalen. We hebben gereedschap vanuit Nederland gedoneerd gekregen. En de leraar is de plaatselijke timmerman. Is er een klusje dat binnen de school gedaan moet worden, dan kunnen de leerlingen dat nu doen.

Naailessen

Voor de meisjes is er de mogelijkheid om naailessen te volgen in het plaatselijke atelier van Jiboro. Tot nu toe maakt Fatou daar gebruik van.

De tuin

In de tuin wordt geleerd om groente en fruit te verbouwen. De kinderen helpen met planten, water geven en oogsten.

Kippenboerderij

Vanaf juni 2021 komt er een nieuwe skill bij. Kippen verzorgen en eieren rapen. De kippenboerderij is ons nieuwste project. Daarmee proberen we inkomsten voor de stichting binnen te halen zodat de stichting gedeeltelijk onafhankelijk kan worden. Door het betrekken van de leerlingen van de school  bij dit project creëren we een extra skill.

Jaarlijks schooluitje

Elk jaar gaan we met de leerlingen een dag weg. De meest ideale locatie is Paradise Beach in Sanyang. Het personeel van het restaurant kent ons  ondertussen en maakt voor ons een stuk van het strand vrij.

Tijdens ons eerste schooluitje was het voor de meeste kinderen de eerste keer dat ze het strand en de oceaan zagen. Resultaat: Uitkleden en snel het water in. Geen angst kennen. En als je doof bent hoor je ook Mirjam en Bakary niet die roepen dat je niet te ver het water in moet. Die eerste keer was zo spannend voor iedereen. Maar wat een mooie ervaring. Zwemmen, voetballen, in het zand graven, schelpen zoeken, drummen, snoepjes eten of gewoon even op een ligbedje uitrusten.

Ondertussen zijn we drie keer geweest. Toeristen spelen met de kinderen, het personeel helpt een handje mee.

Kijk ook vooral het filmpje onderaan deze pagina. Daaruit blijkt dat kinderen overal ter wereld dezelfde grapjes uithalen. En dat de hoofdleraar ook graag met een badeendje speelt.

<iframe width=”560″ height=”315″ src=”https://www.youtube.com/embed/K2rK8A9JCY0?si=mxoDGee8JebGRpoc” title=”YouTube video player” frameborder=”0″ allow=”accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture; web-share” referrerpolicy=”strict-origin-when-cross-origin” allowfullscreen></iframe>

Kamp

Elk jaar komen leraren en leerlingen van vijf dovenscholen bij elkaar in Senegambia. Doel is om elkaar te ontmoeten en om van elkaar te leren.

Het kamp vindt plaats in een hotel aan de kust. Dat is voor veel leerlingen al een hele belevenis. Een hotelkamer, een douche, een toilet dat doorspoelt, deuren die open en dicht gaan met een klink en niet te vergeten: het zwembad.

Ze blijven er twee nachten slapen. Er zijn verschillende activiteiten. In workshops leren ze over weerbaarheid. Hoe kan ik “nee” zeggen? Wat zijn mijn rechten als kind? Wat is normaal en niet normaal dat een volwassene met me doet? Waar kan ik terecht als er iets gebeurt dat niet oké is?

De jongere kinderen doen spelletjes en kunnen knutselen. De tandarts komt om de gebitten te controleren. En natuurlijk heel veel zwemmen.

Voor leraren is het belangrijk om met elkaar in gesprek te gaan. De ervaringen uit te delen. En ook om je leerlingen op een andere manier mee te maken.

Het kamp is één grote succesformule.

Bezoek

Vanuit Nederland komt er regelmatig bezoek: familie, vrienden, collega’s vanuit het onderwijs en leerlingen van een middelbare school in Nederland. Ze komen allemaal met het doel om ervaringen uit te wisselen.

De collega’s helpen mee met het lesgeven. Het is goed om soms een leerling wat extra aandacht te geven en in een één op één situatie te werken.

Voor de leerlingen vanuit Nederland is het een enorme ervaring om te zien hoe men met weinig middelen toch gelukkig kan zijn. Ook zij helpen een week mee in de klas. Zo is het tandenpoetsmomentje altijd weer goed en leuk.

Financiën

De kinderen van de school voor kinderen met een beperking kosten €150,00 per jaar. Waar hebben we dit bedrag voor nodig?

  • Het salaris en de vervoerskosten van de hoofdleraar Bakary. Het salaris van David en Gibby worden door andere sponsoren betaald.
  • Het vervoer van de kinderen. Ze worden elke dag gehaald en weer thuis gebracht. Daardoor hebben we kosten voor benzine, de chauffeur en het onderhoud van de auto.
  • Het ontbijt. Elke ochtend starten de kinderen met brood en thee. Zouden we dat niet doen dan komen de kinderen met een lege maag en met een lege maag heb je weinig concentratie. De kinderen hebben gegeten voordat de school begint.
  • De schoonmaakster.
  • Een schooluniform.
  • Het jaarlijkse schooluitje naar het strand van Paradise Beach. We hebben kosten voor het vervoer, een drankje en een maaltijd die in Jiboro al klaargemaakt is.
  • Schoolmaterialen.
  • Onderhoud aan het gebouw.
  • Onderhoud van de tuin.
Blog (Mirjam Abbes)

Deze blog wordt regelmatig aangevuld. Vanwege de leesbaarheid staan de nieuwste items onderaan deze pagina.

30 maart 2016
Ik, Mirjam Abbes vertrek naar Gambia. Het is de bedoeling dat de kinderen voor de school voor Kinderen met een beperking opgezocht en ingeschreven worden.

11 april 2016
Vandaag hebben we de eerste kinderen ingeschreven voor de school. Daarvoor zijn we naar drie verschillende dorpen gereden. Na een gesprek met de Alkalo, het hoofd van het dorp werden de kinderen naar ons toegebracht. Het gaat om dove kinderen en kinderen, die een lichte geestelijke beperking hebben. De leeftijden zijn uiteenlopend. De jongste is 4 jaar, de oudste is 28 jaar. Maar ze hebben allemaal gemeen dat ze nog nooit naar school geweest zijn. Ze kunnen allemaal in dezelfde groep beginnen, want ze zullen met het leren van de gebarentaal beginnen.
Ook ontmoeten we kinderen met een zware geestelijke beperking. Zij zullen een apart programma gaan volgen en zullen in een later stadium beginnen. We noteren de persoonlijke gegevens van kinderen en ouders en maken een foto van hun.
Nu maar hopen dat we genoeg sponsorouders vinden.

22 april 2016
Vandaag gaan we naar Senegal om de laatste kinderen in te schrijven. Jiboro ligt heel dicht bij de grens. Weer valt me op hoe angstig deze kinderen zijn. Ze weten niet wat er gebeurt. En de manier waarop de volwassenen om hun heen op hen reageren is niet erg bemoedigend. Ook hier geldt het beleid: niet zeuren en niet huilen. Dat is wel heel anders dan hier in Nederland.
We hebben totaal 21 kinderen ingeschreven, maar ik weet zeker dat we nog lang niet alle kinderen ontmoet hebben. Het is voor ouders heel erg moeilijk om met hun gehandicapte kind naar buiten te treden. Maar ik denk dat als de school eenmaal zijn deuren geopend heeft de drempel voor ouders wat lager zal zijn.

Augustus 2016
De school begint aardig te vorderen. Het schoolgebouw zelf is klaar. De vloer ziet er helemaal betegeld schitterend uit. Het is spannend om de verf op de muren aan te brengen. Wit van binnen en roodbruin van buiten. Het ziet er na het schilderen meteen weer heel wat beter uit. We willen graag de ouders en kinderen uitnodigen voor een kennismakingsbezoek. Daarvoor zorgen we dat een van de lokalen helemaal klaar is. Met de schoolborden, de posters en wat schoolmateriaal ziet het er goed uit.
De meeste ouders en kinderen komen op de kennismaking. De kinderen hebben nog niet goed door wat we van plan zijn en omdat de meesten doof zijn is dat nog moeilijk uit te leggen. Ze zitten geduldig naast hun ouders en wachten af wat er gaat komen. Mustapha Jarju legt uit wat we van plan zijn met de school en wat de regels zijn. Daarna spreekt de Alkalo van het dorp en zijn boodschap is dat ouders ook een rol in het geheel hebben en ervoor moeten zorgen dat hun kind elke dag naar school komt. Tot slot is de leraar Bakary Fatty aan het woord. Veel gaat langs me heen want er wordt in de lokale taal gesproken maar aan de gezichten zie ik dat iedereen het ermee eens is en dat het duidelijk is.
Ik maak wat foto’s en vind het jammer dat we nu nog niet kunnen starten. Het terrein van de school is nog niet klaar. Daar zullen we eerst op wachten. Wel is er een datum waarop de eerste lessen zullen starten:
9 november 2016.

November 2016
Ik vertrek weer naar Gambia. Dit keer wordt het extra spannend want we gaat de school openen. Nog niet officieel, maar we gaan wel al lessen geven.
Ik gebruik mijn eerste week in Gambia om alles voor te bereiden. Lesmateriaal kopiëren, lesbenodigdheden kopen, schoonmaken en met de leraar Bakary Fatty een lesplan maken.
Op 7 november is het zover. De deuren gaan open en er staan 4 kinderen voor de deur. Twee dove kinderen, die al wat ouder zijn en twee broers die een verstandelijke beperking hebben. Twee uur later komt ook de vierjarige Jainiba nog binnenstappen. Nog net zo bang als de eerste keer dat ik haar ontmoette. Ze gaat op mijn schoot zitten en zal daar de komende 3 weken ook graag willen blijven zitten.
Dan doet het punt zich voor waar ik al weken over nagedacht heb: Hoe leg je deze kinderen uit wat ze komen doen? Maar ik heb me druk om niets gemaakt want het gaat helemaal vanzelf. En dan merk ik ook hoe makkelijk het is dat er zo een groot leeftijdsverschil in de groep is. De ouderen trekken de jongeren mee.
Bakary en ik werken 3 weken samen en proberen een weg te vinden in het lesgeven aan dove kinderen en kinderen met een verstandelijke beperking samen. Zo lang ik er ben gaat dat goed want we verdelen de kinderen. Maar straks moet hij het alleen doen.
Ik merk dat het voor Gambianen erg moeilijk is om gehandicapte kinderen te accepteren. Ik hoopte op een samenwerking met de nurseryschool, de school die naast ons gebouw staat. Maar dat gaat in eerste instantie moeizaam. Niet de leerlingen van de scholen, maar wel de leraren. Pas als ik uitleg dat het voor beide groepen kinderen goed is om met elkaar te leren spelen wordt het makkelijker. De kinderen van de nurseryschool ik een beetje gebarentaal geleerd. En dat vinden de dove kinderen interessant om te zien. Als ik hier de volgende keer kom zullen we groepjes kinderen van de Nurseryschool in onze lokalen uitnodigen om de les bij te wonen.
Na drie weken ga ik terug naar Nederland. Eigenlijk tegen mijn zin, want ik voel hoe fragiel alles nog is. Met het lesgeven gaat het wel goed komen. Bakary is kundig genoeg. Maar er zal nog heel wat meer aandacht besteed moeten worden aan het gehandicapte kind in Gambia.
Ondertussen is de datum voor de officiële opening geprikt: zaterdag 4 maart 2017.

Augustus 2017
In juli 2016 sloten de deuren van de school voor kinderen met een beperking. Tijd voor vakantie. En tijd om even terug te kijken op wat we in het eerste schooljaar gedaan hebben.
In november 2016 begonnen we met de eerste lessen. De leerlingen kwamen mondjesmaat binnen. Dat was best lastig want daardoor start je je les steeds weer opnieuw. Maar gelukkig zijn Gambiaanse kinderen zo geduldig dat ze het niet erg vinden om weer de eerste gebaren door te nemen.
We zijn gestart met de leraar Bakary Fatty. En in maart 2017 heb ik een onderwijsassistent aangenomen, David. David is zelf ook gehandicapt. Hij is verlamd en zit in een rolstoel. En is daarmee een goed voorbeeld voor onze kinderen. Hij laat zien dat je leven niet stopt als je gehandicapt bent.
Op 4 maart 2017 hadden we de officiële opening. Erg spannend allemaal. Compleet met wat hooggeplaatste  personen en televisie.
Het gebouw is erg mooi geworden. Alles is betegeld en daardoor makkelijk schoon te houden. Mooi meubilair, echte schoolborden aan de muur, educatieve posters en schoolmateriaal.
Na maart 2017 hadden we de meeste kinderen op school. We hebben ze in vier groepen verdeeld.
1. Een groep 4/5 jarige dove kinderen.
2. Een groep kinderen met een lichte verstandelijke beperking.
3. Een groep dove kinderen die al wat ouder zijn en erg makkelijk en snel leren. Deze kinderen krijgen les op maandag tot en met donderdag.
4. De vierde groep zijn twee broers, die al snel niet mee konden komen met de groep. Die hadden zoveel aandacht nodig hadden dat we besloten om hun apart les te geven. Dat is op vrijdag.
Het is voor de leraar een hele opgave om zoveel verschillende niveaus binnen één klaslokaal te bedienen.
De ochtend begint voor alle kinderen gezamenlijk. Ze hebben een uur gebarentaal en leren dan vooral de gebaren voor alles dat je op een plaatje kunt zien. Of we nemen allemaal voorwerpen mee naar school. Zo hadden we voor de vakantie een les met allemaal verschillende fruitsoorten, die je in Gambia kunt krijgen. Of de gebaren voor schoolspullen, dieren, je familieleden, de kleuren enz.
Na dat uur gaat David verder met de jongsten. Hij oefent dan dat wat ze nog niet zo goed weten. De rest gaat verder met de gebaren voor de letters van het alfabet, de dagen van de week, de getallen van 1 tot en met 20.
Na de pauze gaan de jongsten spelen, kleuren, puzzelen. De andere twee groepen krijgen opdrachten in hun schrift of boek. Schrijven, rekenen, spellen of tekenen.
De twee broers leren ook gebaren. Ze kunnen groeten en bedanken in gebarentaal. Ze kennen wat gebaren voor dieren en de schoolspullen. Ze puzzelen veel en kleuren. En doen concentratiespelletjes. Bij deze twee jongens zie ik een enorm verschil. Kwamen ze de eerste weken op school en maakten alles stuk wat ze in hun handen hadden en renden ze steeds de klas uit, nu kunnen ze twee uur achter elkaar zitten en bezig zijn. In het dorp weten ze zich beter te gedragen en worden daardoor meer geaccepteerd. Ze voelen zich veilig binnen onze vier muren en zijn daardoor meer leerbaar.
Half september 2017 start het nieuwe schooljaar en we hebben weer plannen:
Elke leerling krijgt zijn eigen etui met zijn eigen spullen. Zodat ze ook leren om zorg te dragen voor hun eigen spullen.
Elke leerling krijgt een boekje met opdrachten op zijn/haar eigen niveau voor het eerste trimester.
Ouders worden uitgenodigd om 1 a 2 keer per week op school de les mee te doen en zo ook de gebarentaal te leren.
We gaan verder met het uitnodigen van de leerlingen van de nurseryschool om op donderdagochtend een uurtje bij ons in de les gebarentaal mee te leren.
Zelf ga ik naar Gambia om te helpen het nieuwe schooljaar te openen, om een lesplan voor het komende jaar te maken en de contacten met de ouders op te zetten. Ik heb er weer veel zin in en verheug me erop om de kinderen weer te zien.
Mirjam Abbes

November 2017
Beste vrienden en sponsoren,
Ik ben nu een paar weken weer terug uit Gambia. Maar wil jullie toch graag even laten weten hoe het gegaan is.
Het schooljaar is gestart in september. Het duurde even voordat we echt aan de slag konden want door het regenseizoen was de tuin een groot oerwoud geworden. En op de dag dat we dan echt zouden starten regende het zo erg dat het hele leven in Gambia plat lag. Geen vervoer, geen mensen die aan het werk gingen, enorm veel water op de weg. Dus dat was nog een noodgedwongen vrije dag voor mij.
Het was erg leuk om de kinderen op hun eerste dag weer te zien. Ze waren blij met de etuis, die ik voor ze had meegenomen. Elk etui gevuld met materiaal en voorzien van eigen naam.
We hebben weer enorme stappen gezet. Door al het speelgoed dat door de Paradijsvogel in Vogelenzang was opgehaald konden we een echt speellokaal inrichten. En de jongste kinderen mogen nu na de pauze in dit lokaal spelen. Wat een feest. Kinderen zijn in Gambia helemaal niet gewend om met speelgoed te spelen. Dus delen en kiezen is al heel erg moeilijk. De meisjes adopteerden meteen ieder een pop en een wagentje. En dan zie je ook bij Gambiaanse meisjes het moederinstinct meteen opkomen. Met dat verschil dat de poppen meteen op de rug gebonden werden. Als school begint om 9 uur staan de jongste kinderen al voor de deur van het speellokaal en het is nog een hele opgave om ze eerst in het leerlokaal te krijgen.
De leraar gebruikt nu gelukkig ook een vast dagschema. Eerst een uur gebarentaal voor alle kinderen samen. Dat gaat erg goed. De eerste dag moest iedereen er weer even inkomen, maar vanaf de tweede dag wist iedereen het gelukkig weer. Daarna werken de kinderen in verschillende groepen. Spellen, rekenen of nog meer gebarentaal. Na een half uurtje is het pauze. Sommige kinderen willen niet naar buiten en willen gewoon door gaan met de les. Voor hun heb ik boekjes met plaatjes, mijn laptop met plaatjes, of gewoon een spelletje memorie, mikado of puzzelen.
Na de pauze gaan de jongsten met David, de klassen assistent het lokaal uit om te spelen en dan is er tijd voor de oudsten om in hun boeken te werken.
Al met al ben ik tevreden. Ik weet dat de leraar Bakary soms denkt: wat wil ze nu weer??? Maar hij doet zijn best en zegt nooit nee. En als hij het eenmaal geprobeerd heeft is hij gelukkig ook enthousiast. Ik snap dat het lastig is, men is gewend om heel klassikaal les te geven. Maar met 15 kinderen op 6 niveaus is dat niet te doen. Dan moet er altijd een groepje wachten op een ander groepje. En ik moet dan toch wel glimlachen als hij een compliment over mij maakt aan mijn taxichauffeur.
Ook het dorp raakt eraan gewend dat we met dove en zwakbegaafden werken. Soms vragen ze wat het gebaar voor iets is. En als ik op een ochtend me in de klas omdraai en ik zie dat de schoonmaakster Jarra voor het bord staat en een gebaar aan de kinderen uitlegt ben ik aangenaam verrast.
Waar ik in de komende tijd aan wil werken is dat de kinderen wel gebaren kennen, maar dat nog niet naar de praktijk brengen. Voor sommigen van hun is het nog onduidelijk dat ze die gebaren leren om te kunnen communiceren. Dat is best lastig want je kunt het niet uitleggen omdat ze doof zijn. Dus ik ben blij met elke ezel, kip en koe die langs het lokaal komt wandelen.
Op onze Facebookpagina staan ook nog wat filmpjes met de kinderen die de gebarentaal aan het oefenen zijn.

Kinderen

Met onderstaande afbeeldingen krijgen de kinderen een ‘gezicht’ zodat u ziet wat onze beweegredenen zijn.

U kan het verschil maken!

Wil je een verschil maken? Doneer vandaag nog en steun de projecten van Stichting Care Foundation The Gambia. Jouw bijdrage kan levens veranderen!